Buitenrondingen en cirkels naaien

  1. Knip de naadtoeslag op één plaats ter lengte van de naaivoet af.
  2. Begin en eindig de naad bij de afgeknipte naadtoeslag.
  3. Als er golven ontstaan: Stel het differentieeltransport op 1,5 − 2 in.
  4. Als er plooien ontstaan: Stel het differentieeltransport op 0,7 − 1 in.
  5. Naai 1 − 2 steken aan het einde van de naad over het begin van de naad.
  6. Steek de naald in de stof en zet de naaivoet omhoog.
  7. Draai de stof naar links van de naaivoet weg.
  8. Zet de naaivoet omlaag en naai voorbij de stof.