Buitenrondingen en cirkels naaien
- Knip de naadtoeslag op één plaats ter lengte van de naaivoet af.

- Begin en eindig de naad bij de afgeknipte naadtoeslag.
- Als er golven ontstaan: Stel het differentieeltransport op 1,5 − 2 in.
- Als er plooien ontstaan: Stel het differentieeltransport op 0,7 − 1 in.
- Naai 1 − 2 steken aan het einde van de naad over het begin van de naad.
- Steek de naald in de stof en zet de naaivoet omhoog.
- Draai de stof naar links van de naaivoet weg.

- Zet de naaivoet omlaag en naai voorbij de stof.