Bovendraad inrijgen


1 | Draadgeleidingsschijf |
2 | Draadgeleider |
3 | Draadvoorspanning |
4 | Draadspanningsschijf |
5 | Draadhevelafdekking |
6 | Draadhevel |
7 | Geleider |
8 | Geleider |
9 | Inrijghendel |
10 | Draadhaakje |
11 | Draadafsnijder |
12 | Garen |
- Zet de garenklos op de garenkloshouder, zodat de draad rechtsom wordt afgewikkeld.
- Bevestig een garengeleidingsschijf die geschikt is voor de garenklos.
- Trek de draad door de draadgeleider.
- Trek de draad door de draadvoorspanning.
- Leg het draadeinde langs de gleuf naar onder.
- Leid de draad naar onder om de draadhevelafdekking.
- Leid de draad boven van rechts naar links door de draadhevel en dan weer naar onderen.
- Leid de draad door de geleiders boven de naald.
- Zet de naaivoet omlaag.
- Druk de inrijghendel tot de aanslag naar beneden totdat deze vastklikt.
- Het draadhaakje loopt door het oog van de naald.
- Om beschadiging van de inrijger te voorkomen wordt de naaivoet automatisch omlaag gezet.
- Geleid de draad om de draadgeleider.
- Leid de draad vóór de naald en onder het draadhaakje en houd deze vast.
- Knip het teveel aan draad af door de draad bij het einde te pakken en voorzichtig over de draadafsnijder te trekken. Opmerking: Gebruik de rechter draadafsnijder alleen bij het inrijgen.
- Zet de inrijghendel omhoog om de draad door de naald te rijgen en houd de draad daarbij losjes vast.
- Het draadhaakje gaat naar achteren en trekt de draad met een lus door het oog van de naald.
- Trek de draad helemaal door het oog van de naald.