Overzicht symbolen en functies
Afbeelding | Naam | Toepassing |
---|---|---|
Sluiten | Het venster wordt gesloten en de eerder ingestelde wijzigingen worden toegepast. | |
Plus / Min | Instelwaarden wijzigen. | |
Bevestigen | Eerder ingestelde aanpassingen worden bevestigd. Venster wordt gesloten. | |
Afbreken | Proces wordt geannuleerd. Venster wordt gesloten en aanpassingen worden niet toegepast. | |
|
Schuifregelaar |
Met de schuifregelaar worden de instelwaarden veranderd. |
Schakelaar | Met de schakelaar worden functis in- of uitgeschakeld. | |
Navigatie | Met de navigatie kan van een scherm naar het vorige scherm worden genavigeerd. | |
Machine | Motief naar de machine laden of opslaan. | |
USB-stick | Borduurmotief op de USB-stick laden of opslaan. | |
Geheugen | Vrije capaciteit wordt in de groene balk in procent (%) weergegeven. | |
| Veegfunctie | Door het vegen met de beeldschermpen of vinger naar boven of onder op het scherm kunnen andere functies worden weergegeven. |
Geel omlijnde symbool | Tik op het geel omlijnde symbool om de wijzigingen naar de basisinstelling terug te zetten. |